|
|
|
Problemen met inspuiten van de inkt |
Wanneer u een schuim gevulde cartridge gaat navullen, kunt u soms moeilijkheden ervaren bij het inspuiten van de inkt. Dit kan gebeuren doordat de naald van de spuit te hard in het schuim gedrukt wordt en het schuim vervolgens het puntje van de naald blokkeert.Om dit te verhelpen en gemakkelijk de inkt te injecteren, dient u de naald ietwat te draaien of een klein stukje terug te trekken. Probeer niet de inkt geforceerd uit de spuit te trekken omdat dit ertoe kan leiden dat de naald loslaat en de inkt eruit vloeit. |
|
Vervuiling van kleuren |
(a) Bij sommige cartridges zitten de vulgaten, waar u de inkt inspuit, dicht op elkaar. Let op dat tijdens en na afloop van het navullen de inkt niet uit het vulgat komt en één van de andere vulgaten vervuilt. Mocht dit wel gebeuren, probeer dan zoveel mogelijk van de gemorste inkt op te deppen met behulp van wat absorberend materiaal.
Tussen het vullen van de verschillende kleuren raden wij u aan de bovenzijde van de cartridge schoon te maken met absorberend materiaal, bijvoorbeeld een stukje keukendoek. Let speciaal op bij kleine cartridges omdat bij deze de inkt na het navullen snel via het vulgat naar buiten komt.
(b) Indien u een cartridge met kleurenprintkop overvult, kan de inkt van de printkop druppelen en de naastgelegen kleurenprintkop vervuilen. Wanneer dit gebeurt kan het zijn dat de eerste geprinte pagina's afwijkende kleuren vertonen. Wanneer u vervolgens nog enkele prints maakt zal de juiste kleurstelling terugkeren.
(c) Indien u een boortje of ander scherp voorwerp gebruikt om een gaatje te maken, maak dan dit voorwerp schoon tussen het vullen van verschillende kleuren door.
|
|
Voorkom het inlaten van lucht in het schuim |
Wanneer u de inkt vanuit het potje in de spuit trekt zal er zich altijd een kleine hoeveelheid lucht bevinden in de spuit in de ruimte boven de inkt. Voorkom dat deze kleine hoeveelheid lucht in de cartridge geïnjecteerd wordt door meer inkt in de spuit op te nemen dan u gaat vullen en ervoor te zorgen dat u niet de gehele inhoud van de spuit injecteert. Na het vullen van uw cartridge, kunt u het restant aan inkt in de spuit normaal terugspuiten in het inktpotje. Wanneer lucht in het schuim van de cartridge geïnjecteerd wordt, veroorzaakt dit tijdelijke problemen in de vorm van witte lijnen op uw print. |
|
Voorkom beschadiging van de filter in de cartridge |
Voorkom dat u de naald te ver in een cartridge van Epson steekt omdat het filter dat zich op de bodem van de cartridge bevindt, hierdoor kan beschadigen. Als richtlijn kunt u aanhouden de naald niet verder dan 2,5 cm in de cartridge te brengen. |
|
Voorkom vervuiling van de elektrische contactpunten op uw cartridge |
Wanneer uw cartridge is uitgevoerd met elektrische contacten op de printkop, of is voorzien van een geheugenfunctie voor de inktinhoud, is het belangrijk te voorkomen dat deze elektrische contacten vervuild kunnen raken door inkt of zweet via uw vingers. Voorkom daardoor aanraking met deze contacten.
Indien inkt in aanraking komt met deze contacten, veeg het er dan onmiddellijk van af met een absorberend papier voordat u de cartridge terugplaatst in de printer. Herhaal dit indien u problemen ondervindt bij de herkenning van de cartridge door uw printer. |
|
Mijn cartridge geeft nog steeds aan dat hij leeg is, zelfs na het vullen |
Sommige cartridges van Epson beschikken over een geheugenmodule voor het inktniveau. Voor het navullen van een dergelijke cartridge heeft u een Jetset Chip Resetter nodig. Zonder deze resetter kunt u uw gevulde cartridge niet gebruiken.
Sommige cartridges van HP kunnen via de printer aangeven dat zij leeg zijn nadat u ze gevuld hebt. U kunt echter normaal printen nadat u op uw printer een toets ingedrukt heeft om verder te gaan. |
|
Waarom wordt het aangeraden om de cartridge even te laten staan in de printer voor het gebruik? |
Door de cartridge even te laten staan kan de inkt zich goed verspreiden door de cartridge en in de printkop. Het zorgt er tevens voor dat de inkt mogelijk nog aanwezige lucht uit de cartridge perst.
|
|
Het gebruik van cartridge reinigingsvloeistof - ter reiniging van de printkop |
De cartridge reinigingsvloeistof is primair ontwikkeld voor het reinigen van opgedroogde inkt op de printkop van de cartridge.
Printer cartridges van fabrikanten als Hewlett Packard, Lexmark, Canon en Olivetti hebben een printkop op de cartridge. Dit herkent u door het koperkleurige elektrische circuit aan het uiteinde van de cartridge.
De cartridge reinigingsvloeistof kan gebruikt worden om deze printkoppen te reinigen. Druppel wat van de reinigingsvloeistof op een stofvrije tissue en veeg voorzichtig de opgedroogde inkt van de printkop.
De beste methode voor het reinigen van de printkop die al een tijd leeg gestaan heeft, is de printkop in de reinigingsvloeistof te laten weken.
Druppel een kleine hoeveelheid van de reinigingsvloeistof op een schaaltje en plaats de printkop in de vloeistof. Laat de printkop circa 2-3 uur weken. De reinigingsvloeistof begint langzaamaan de opgedroogde inkt op te lossen zodat u deze schoon kan vegen en opnieuw kan gebruiken.
Het is belangrijk dat u de printkop voorzichtig behandeld en niet met uw vingers het koperkleurige elektrische circuit aanraakt. Dit kan de printkop beschadigen.
|